Advertentie sluiten

Illegaal verkregen software heeft nooit enig nut, en het heeft helemaal geen zin als dergelijke software wordt aangetroffen bij particuliere bedrijven of zelfs bij overheidsorganisaties. In de aflevering van vandaag van onze terugblik denken we terug aan de dag waarop de Chinese overheid besloot hard aan te pakken tegen illegale software bij overheidsorganisaties. In het tweede deel van het artikel zullen we ons concentreren op het Jennicam-project, in het kader waarvan een jonge Amerikaanse vrouw webcamera's in haar huis installeerde.

Hardhandig optreden van de Chinese overheid tegen illegale software (1995)

Op 12 april 1995 besloot de Chinese regering het gebruik van illegale kopieën van softwareprogramma's in haar organisaties hard aan te pakken. Een speciaal ontwikkeld grootschalig programma moest haar hierbij helpen, waaronder een grootschalige en relatief financieel veeleisende zuivering bij overheidsinstanties. In een poging om het aantal illegale kopieën van software radicaal terug te dringen, heeft de Chinese overheid ook besloten zwaar te investeren in legaal aangeschafte software. De Chinese regering besloot deze stap te zetten nadat ze in maart 1995 een overeenkomst met de Verenigde Staten had getekend om softwarepiraterij aan te pakken.

Jennicam (1996)

Op 14 april 1996 besloot een toen negentienjarig meisje genaamd Jennifer Kaye Ringley een zeer ongebruikelijke stap te zetten. Ze plaatste meteen op verschillende plekken in het huis waar ze toen woonde webcamera's. De daaropvolgende jaren zond Jennifer Ringley live vanuit haar huis uit op internet. Omdat Jennifer opgroeide in een nudistengezin, hadden sommige kijkers misschien een pittig schouwspel verwacht, maar Jennifer verscheen altijd volledig gekleed voor de camera. Met haar project Jennicam verdiende Jennifer Ringley het label van de eerste 'lifecaster' - de term 'lifecaster' verwees naar een persoon die details van zijn dagelijks leven in realtime naar internet verzendt.

Onderwerpen:
.