Advertentie sluiten

Een van de grootste voordelen van Apple-telefoons zijn hun prestaties. Het hangt natuurlijk allemaal af van de gebruikte chip. Terwijl de concurrentie in de overgrote meerderheid van de gevallen afhankelijk is van modellen van Qualcomm (gebrandmerkt als Snapdragon), gebruikt Apple daarentegen zijn eigen oplossing voor zijn iPhones, de A-serie, die het rechtstreeks ontwikkelt. Op het eerste gezicht lijkt het misschien dat de Cupertino-gigant een beetje voorop loopt in de ontwikkeling van chips. Maar zo eenduidig ​​is het niet. Integendeel, Apple heeft nog veel meer factoren in het spel, waardoor zijn telefoons direct uitblinken in termen van prestaties in vergelijking met de concurrentie.

Aan de andere kant is het noodzakelijk om alles in perspectief te plaatsen. Dat de iPhone op sommige punten misschien wel de overhand heeft, betekent niet dat concurrerende Android-telefoons daardoor onbruikbaar zijn. De vlaggenschepen van vandaag presteren uitstekend, waardoor ze vrijwel elke taak aankunnen. Minimale verschillen kunnen alleen worden waargenomen tijdens benchmarktests of gedetailleerde tests. Bij normaal gebruik zijn er echter vrijwel geen verschillen tussen iPhones en de concurrentie; telefoons uit beide categorieën kunnen tegenwoordig vrijwel alles aan. Het argument dat bijvoorbeeld volgens het Geekbench-portaal de iPhone 13 Pro krachtiger is dan de Samsung Galaxy S22 Ultra, is daarom wat vreemd.

De sleutel tot geweldige prestaties

Enkele verschillen tussen Apple en concurrerende chipsets zijn al te vinden als je naar de technische specificaties kijkt. Apple gebruikt bijvoorbeeld een grotere hoeveelheid cachegeheugen, wat een merkbare invloed kan hebben op de algehele prestaties. Dit komt omdat het een soort klein maar extreem snel geheugen is dat een snelle overdracht naar de processor mogelijk maakt. Op dezelfde manier vertrouwen iPhones bijvoorbeeld op het gebied van grafische prestaties op Metal API-technologie, die uitstekend is geoptimaliseerd voor de eerder genoemde A-Serie-chips. Dit maakt het renderen van games en grafische inhoud aanzienlijk sneller en vloeiender. Maar dit zijn slechts technische verschillen, die een belangrijke rol kunnen spelen, maar dat hoeft ook niet. De echte sleutel ligt in iets anders.

Ook al beschikt u misschien over de beste hardware ter wereld, dat betekent niet dat uw apparaat werkelijk het krachtigste is. Een uiterst belangrijke rol hierin wordt gespeeld door de zogenaamde optimalisatie van de software naar de hardware. En juist hierin heeft Apple een enorm voordeel ten opzichte van zijn concurrentie, waaruit immers zijn dominantie op dit vlak voortvloeit. Omdat de Cupertino-gigant zijn eigen chips en besturingssystemen ontwerpt, kan hij elkaar zo goed mogelijk optimaliseren en zo een feilloze werking garanderen. Dit is immers precies de reden waarom iPhones op papier aanzienlijk zwakker zijn dan bijvoorbeeld concurrerende telefoons uit het middensegment, waarvan de prijs gemakkelijk twee keer zo laag kan zijn. Volgens IT-experts is dit een vrij innovatieve methode die zorgt voor perfecte resultaten.

Samsung Exynos 2200-chipset
Zelfs Samsung ontwikkelt zijn eigen Exynos-chips

Integendeel: de concurrentie neemt chipsets af van haar leveranciers (bijvoorbeeld van Qualcomm), terwijl ze niet eens het besturingssysteem zelf ontwikkelen. Android is bijvoorbeeld ontwikkeld door Google. In zo'n geval is het niet helemaal eenvoudig om voor de best mogelijke optimalisatie te zorgen, en fabrikanten proberen deze kwaal vaak te voorkomen door verschillende specificaties te verhogen, vooral het werkgeheugen. Het handelen van Google geeft dit indirect ook aan. Voor het eerst vertrouwde hij op zijn eigen Tensor-chip voor zijn Pixel 6-telefoon, waardoor hij aanzienlijk kon verbeteren op het gebied van optimalisatie en algehele prestatieverbetering.

Hier kun je bijvoorbeeld iPhones kopen

.