Advertentie sluiten

Het is 15 jaar geleden dat de eerste iPhone in de verkoop ging. Nou, hier niet, want we moesten een jaar wachten op de opvolger ervan in de vorm van de iPhone 3G. Het is niet helemaal waar dat de iPhone de eerste smartphone was. Het was de eerste smartphone die echt intuïtief te bedienen was, maar ook de smartphones daarvoor hadden veel te bieden. Zoals de Sony Ericsson P990i.

Zelfs voordat een iPhone aan de wereld werd geïntroduceerd, was ik een fan van mobiele technologie en had ik een bredere interesse in mobiele telefoons. Destijds regeerde Nokia de wereld met Sony Ericsson op sleeptouw. Het was Nokia die zoveel mogelijk probeerde de smartphones van die tijd te promoten, en daarom rustten ze ze uit met het Symbian-systeem, waarin je applicaties kon installeren die de functies ervan uitbreidden, vergelijkbaar met wat we vandaag de dag kennen. Alleen was er geen gecentraliseerde winkel.

Nokia vertrouwde echter nog steeds op knopoplossingen en relatief kleine beeldschermen, waardoor het gebruik ervan uiteraard dienovereenkomstig werd beperkt. Sony Ericsson koos een andere route. Het bood apparaten uit de P-serie aan, dit waren bepaalde communicators met een aanraakscherm dat je met een stylus bestuurde. Natuurlijk waren er hier geen gebaren, als je de stylus kwijtraakt of breekt, kun je eigenlijk een tandenstoker of gewoon je vingernagel gebruiken. Het ging om nauwkeurigheid, maar zelfs het internet kon ermee worden gestart. Maar deze ‘smartphones’ waren letterlijk gigantisch. Hun opklapbare toetsenbord was ook de schuldige, maar die moest worden gedemonteerd. De oplossing van Sony Ericsson maakte vervolgens gebruik van de Symbian UIQ-bovenstructuur, waarbij dat epitheton aanraakondersteuning aangaf.

Waar zijn Nokia en Sony Ericsson vandaag? 

Nokia probeert nog steeds relatief tevergeefs zijn geluk, Sony Ericsson bestaat niet meer, alleen Sony blijft over, wanneer Ericsson zich op een ander technologiegebied gaat wijden. Maar waarom zijn deze bekende merken geworden zoals ze zijn geworden? Het besturingssysteem gebruiken was één ding, je niet aanpassen aan het ontwerp was iets anders. Dat is ook de reden waarom Samsung met zijn zekere kopieergedrag naar de positie van de huidige nummer één schoot.

Het maakte niet uit hoe de iPhone beperkt/gesloten was. Je kon het geheugen niet gebruiken als externe opslag, wat mogelijk was met geheugenkaarten, je kon er geen muziek naar downloaden anders dan via iTunes, waarvoor andere apparaten een eenvoudige bestandsbeheerder boden, je kon niet eens video's opnemen, en de 2MP-camera maakte vreselijke foto's. Er was niet eens automatische scherpstelling. Veel telefoons konden dit al aan de voorkant, die bovendien vaak een speciale tweestandenknop voor de camera bood, soms zelfs een actieve lensdop. En ja, ze hadden ook een camera aan de voorkant die alleen de iPhone 4 had.

Het maakte allemaal niet uit. De iPhone charmeerde bijna iedereen, vooral met zijn uiterlijk. Zo’n klein apparaatje met zoveel mogelijkheden bestond simpelweg niet, ook al was het ‘slechts’ een telefoon, een webbrowser en een muziekspeler. De iPhone 3G heeft zijn volledige potentieel ontsloten met de komst van de App Store, en 15 jaar later is er vrijwel niets dat deze revolutionaire stap kan verslaan. Samsung en andere Chinese fabrikanten doen hun best met hun puzzels, maar gebruikers hebben hun smaak nog niet helemaal gevonden. Of in ieder geval niet zoals het was vanaf de eerste generatie iPhone. 

.