Advertentie sluiten

Dinsdag zagen we de presentatie van de langverwachte iPad mini (6e generatie), die een aantal interessante wijzigingen kreeg. Het meest voor de hand liggende is natuurlijk het algehele herontwerp van het ontwerp en het 8,3″ edge-to-edge display. De Touch ID-technologie, die tot nu toe verborgen zat in de Home-knop, is ook verplaatst naar de bovenste aan/uit-knop en we kregen ook een USB-C-aansluiting. De prestaties van het apparaat zijn ook een paar stappen vooruit gegaan. Apple heeft ingezet op de Apple A15 Bionic-chip, die overigens ook in de iPhone 13 (Pro) klopt. De prestaties zijn echter iets zwakker in het geval van de iPad mini (6e generatie).

Hoewel Apple tijdens de presentatie zelf alleen vermeldde dat het vooruitgang heeft geboekt op het gebied van de prestaties van de iPad mini (deze biedt namelijk 40% meer processorkracht en 80% meer grafische processorkracht dan zijn voorganger), gaf het geen preciezere informatie. Maar aangezien het apparaat al in de handen van de eerste testers is gekomen, beginnen er interessante waarden naar boven te komen. Op het portaal Geekbench Er zijn benchmarktests ontdekt van deze kleinste iPad, die volgens deze tests wordt aangedreven door een 2,93 GHz-processor. Hoewel de iPad mini dezelfde chip gebruikt als de iPhone 13 (Pro), beschikt de Apple telefoon over een kloksnelheid van 3,2 GHz. Desondanks is het effect op de prestaties vrijwel verwaarloosbaar.

De iPad mini (6e generatie) scoorde 1595 punten in de single-core test en 4540 in de multi-core test. Ter vergelijking: de iPhone 13 Pro, die overigens ook een 6-core CPU en 5-core GPU biedt, scoorde 1730 en 4660 punten in de single-core en meer cores. Daarom zouden de prestatieverschillen in de praktijk niet eens zichtbaar moeten zijn, en kan worden verwacht dat de twee apparaten elkaar nauwelijks in het nauw zullen kunnen drijven.

.