Advertentie sluiten

Toen Apple de iPhone 5 introduceerde, waren veel mensen overtuigd van de nieuwe Lightning-connector. Dat is het moment waarop de Cupertino-gigant iedereen liet zien wat hij als de toekomst ziet en de opties merkbaar verplaatste vergeleken met de vorige 30-pins poort. De concurrentie was destijds vooral afhankelijk van micro-USB, dat de laatste jaren vervangen is door de moderne USB-C-connector. Tegenwoordig kunnen we het vrijwel overal zien: op monitoren, computers, telefoons, tablets en accessoires. Apple volgt echter zijn eigen weg en vertrouwt nog steeds op Lightning, dat dit jaar al zijn 10e verjaardag viert.

Deze mijlpaal opent opnieuw een schijnbaar eindeloze discussie over de vraag of het niet beter zou zijn als Apple zijn oplossing voor iPhones zou laten varen en in plaats daarvan zou overstappen op de eerder genoemde USB-C-standaard. Zoals eerder vermeld lijkt USB-C de toekomst te zijn, aangezien we het langzaam in alles kunnen terugvinden. Ook voor de Cupertino-gigant is hij geen volslagen onbekende. Macs en iPads (Pro en Air) vertrouwen erop, waarbij hij niet alleen als mogelijke stroombron dient, maar bijvoorbeeld ook voor het aansluiten van accessoires, monitoren of voor het overbrengen van bestanden. Kortom, er zijn verschillende opties.

Waarom Apple loyaal is aan Lightning

Dit roept uiteraard een interessante vraag op. Waarom gebruikt Apple nog steeds de vrijwel verouderde Lightning als het een beter alternatief voorhanden heeft? We konden verschillende redenen vinden, waarvan duurzaamheid een van de belangrijkste is. Hoewel USB-C het lipje gemakkelijk kan breken, waardoor de hele connector niet meer functioneert, is Lightning veel beter en gaat het gewoon lang mee. Bovendien kunnen we hem in beide richtingen in het toestel steken, wat bijvoorbeeld niet mogelijk was met de oudere micro-USB die door concurrenten werd gebruikt. Maar de grootste reden is natuurlijk geld.

Omdat Lightning rechtstreeks van Apple komt, heeft het niet alleen zijn eigen (originele) kabels en accessoires onder de duim, maar ook vrijwel alle andere. Als een externe fabrikant Lightning-accessoires wil produceren en daarvoor MFi- of Made for iPhone-certificering wil hebben, heb je de goedkeuring van Apple nodig, wat uiteraard iets kost. Hierdoor verdient de Cupertino-gigant zelfs aan stukken die hij zelf niet eens verkoopt. Maar USB-C wint verder op vrijwel elk front, behalve de eerder genoemde duurzaamheid. Het is sneller en wijdverbreider.

USB-C versus USB-C Bliksem in snelheid
Snelheidsvergelijking tussen USB-C en Lightning

De bliksem moet snel eindigen

Of Apple het nu leuk vindt of niet, het einde van de Lightning-connector staat theoretisch voor de deur. Aangezien dit tien jaar oude technologie is, bestaat deze mogelijk al langer dan nodig was. Aan de andere kant is dit voor de overgrote meerderheid van de gebruikers een voldoende optie. Of de iPhone ooit daadwerkelijk de komst van een USB-C-connector zal zien, is ook onduidelijk. Vaker wordt er gesproken over een volledig poortloze iPhone, die de stroomvoorziening en datasynchronisatie draadloos zou afhandelen. Dit is waar de gigant op zou kunnen mikken met zijn MagSafe-technologie, die met magneten aan de achterkant van Apple-telefoons (iPhone 10 en nieuwer) kan worden bevestigd en deze "draadloos" kan opladen. Als de technologie wordt uitgebreid met de genoemde synchronisatie, uiteraard in een betrouwbare en snel genoeg vorm, dan zal Apple waarschijnlijk een aantal jaren winnen. Wat de toekomst van de connector op de iPhone ook zal zijn, het is noodzakelijk om rekening te houden met het feit dat we als Apple-gebruikers tot een mogelijke verandering eenvoudigweg tevreden moeten zijn met enigszins verouderde technologie.

.