Advertentie sluiten

Een basisschoollokaal waarin gedrukte leerboeken geen plaats meer hebben, maar iedere leerling een tablet of computer voor zich heeft staan ​​met al het interactieve materiaal waarin hij ooit geïnteresseerd zou kunnen zijn. Dit is een visie waar veel over gesproken wordt, scholen en leerlingen zouden het verwelkomen, het wordt langzaamaan werkelijkheid in het buitenland, maar in het Tsjechische onderwijssysteem is het nog niet geïmplementeerd. Waarom?

Deze vraag werd gesteld door het Flexibook 1:1-project van uitgeverij Fraus. Het bedrijf, dat als een van de eersten besloot (met wisselend succes en kwaliteit) leerboeken in interactieve vorm uit te geven, testte een jaar lang de introductie van tablets op 16 scholen met de hulp van commerciële en overheidspartners.

In totaal namen 528 leerlingen en 65 leraren van de tweede graad van basisscholen en meerjarige gymzalen deel aan het project. In plaats van klassieke lesboeken kregen de leerlingen iPads met lesboeken aangevuld met animaties, grafieken, video, geluid en links naar extra websites. Wiskunde, Tsjechisch en geschiedenis werden onderwezen met behulp van tablets.

En zoals uit begeleidend onderzoek van het National Institute of Education blijkt, kan de iPad echt helpen bij het lesgeven. In het pilotprogramma wist hij de studenten zelfs te enthousiasmeren voor een vak met zo'n slechte reputatie als Tsjechisch. Voordat ze de tablets gebruikten, gaven de leerlingen deze een 2,4. Na afloop van het project gaven ze het een aanzienlijk beter cijfer: 1,5. Tegelijkertijd zijn leraren ook fan van moderne technologieën: ruim 75% van de deelnemers wil niet meer terug naar gedrukte schoolboeken en zou deze aanbevelen aan hun collega's.

Het lijkt erop dat de wil bij de leerlingen en leraren ligt, de schooldirecteuren hebben het project op eigen initiatief weten te financieren en het onderzoek heeft positieve resultaten opgeleverd. Wat is het probleem? Volgens uitgever Jiří Fraus verkeren zelfs de scholen zelf in verwarring rond de introductie van moderne technologieën in het onderwijs. Er is een gebrek aan projectfinancieringsconcept, lerarenopleiding en technische achtergrond.

Op dit moment is het bijvoorbeeld niet duidelijk of de staat, de oprichter, de school of de ouders moeten betalen voor nieuwe leermiddelen. ‘Het geld haalden we uit Europese fondsen, de rest werd betaald door onze oprichter, dus de stad’ aldus de directeur van een van de deelnemende scholen. De financiering moet dan nauwgezet individueel worden geregeld, en scholen worden dus de facto gestraft voor hun inspanningen om innovatief te zijn.

Op scholen buiten de stad kan zelfs zoiets ogenschijnlijk voor de hand liggend als het introduceren van internet in klaslokalen vaak een probleem zijn. Na gedesillusioneerd te zijn over het slordige internet voor scholen, is er niets om ons over te verbazen. Het is een publiek geheim dat het INDOŠ-project eigenlijk slechts een tunnel van een binnenlands IT-bedrijf was, wat veel problemen met zich meebracht in plaats van de verwachte voordelen en nauwelijks meer wordt gebruikt. Na dit experiment regelden sommige scholen zelf de introductie van internet, terwijl andere scholen een hekel hadden aan de moderne technologie.

Het zal dus vooral een politieke vraag zijn of het de komende jaren mogelijk zal zijn om een ​​alomvattend systeem op te zetten dat scholen (of op termijn) een eenvoudig en betekenisvol gebruik van tablets en computers in het onderwijs mogelijk maakt. Naast het verduidelijken van de financiering moet ook het goedkeuringsproces voor elektronische leerboeken worden verduidelijkt en zal ook de instroom van leraren belangrijk zijn. ‘Het is noodzakelijk om er al meer mee te werken op de pedagogische faculteiten’ zei Petr Bannert, directeur onderwijs bij het ministerie van Onderwijs. Tegelijkertijd voegt hij er echter aan toe dat hij de implementatie pas rond 2019, of zelfs 2023, verwacht.

Het is een beetje vreemd dat het op sommige buitenlandse scholen veel sneller ging en dat 1-op-1 programma's al normaal werken. En niet alleen in landen als de Verenigde Staten of Denemarken, maar bijvoorbeeld ook in Zuid-Amerikaans Uruguay. Helaas liggen de politieke prioriteiten in het land elders dan op het gebied van het onderwijs.

.