Nog maar twee dagen geleden introduceerde Apple een nieuwe generatie telefoons: de iPhone 13. Concreet gaat het om een kwartet modellen die, hoewel ze het ontwerp van de "twaalf" van vorig jaar behouden, toch een aantal geweldige verbeteringen bieden. Daarnaast werden, zoals gebruikelijk bij Apple, ook de prestaties niet vergeten, die opnieuw een paar niveaus vooruit schoven. De gigant uit Cupertino gokt op de Apple A15 Bionic-chip, die bij de iPhone 13 Pro (Max)-modellen zelfs over één extra grafische kern beschikt. Maar hoe presteert de chip in werkelijkheid?
Het MacRumors-portaal vestigde de aandacht op een nogal interessant stukje informatie. Op het Geekbench-portaal, dat gespecialiseerd is in benchmarktests (niet alleen) van smartphones en de resultaten kan vergelijken met de concurrentie, verscheen een benchmarktest van het "iPhone14.2" -apparaat, de interne aanduiding voor het iPhone 13 Pro-model. Hij scoorde maar liefst 14216 punten in de Metal-test, terwijl de iPhone 12 Pro van vorig jaar bijvoorbeeld "slechts" 9123 punten scoorde in de Metal GPU-test. Dit is een grote stap voorwaarts, die appelliefhebbers zeker zullen waarderen.
Als we deze waarden omzetten in percentages, krijgen we maar één ding: de iPhone 13 Pro is ongeveer 55% krachtiger (in termen van grafische prestaties) dan zijn voorganger. Het is sowieso jammer dat er nog geen benchmarktest bestaat van de standaard iPhone 13 uitgerust met een 4-core GPU (het Pro-model biedt een 5-core GPU). Voorlopig is het dus niet mogelijk om volledig te vergelijken hoe de reguliere "dertien" het doet op het gebied van prestaties. Maar er rijst nog een vraag: waarom hebben de Pro-modellen nog een grafische kern? Het antwoord zou de ondersteuning van ProRes-video kunnen zijn, wat natuurlijk veel grafische prestaties vereist, en daarom is het zeer waarschijnlijk dat Apple moest toevoegen aan de duurdere iPhones in dit segment.
Ik denk niet dat de PRO's meer cores hebben omdat ze die nodig hebben, maar het is gewoon zo dat het productieproces van de A15 volkomen foutloos bleek te zijn en resulteerde in een groot percentage processors waarbij een van de GPU-cores niet functioneel is, of in ieder geval niet stabiel. En dit is een economisch zeer redelijke oplossing (en die kennen we al van M1).
Ik zou eerder geïnteresseerd zijn als hiermee al rekening werd gehouden tijdens het ontwerp, of dat deze oplossing gaandeweg werd gecreëerd...
Natuurlijk is het zoals je schrijft. Hetzelfde geldt voor de M1-chip, vooral voor de MacBook Air M1. Hier is het basismodel voorzien van "resten" waar één GPU-kern het begaf, waardoor deze 7 kernen heeft vergeleken met 8 kernen in de premiummodellen. Of dit verwacht werd, is moeilijk te zeggen. Misschien denk ik van wel.