Advertentie sluiten

Toen Apple afgelopen juni het Apple Silicon-project introduceerde, d.w.z. de ontwikkeling van eigen chips voor Apple-computers, kon het vrijwel onmiddellijk enorme aandacht trekken. Vervolgens verdubbelde het praktisch na de release van de eerste Macs, die de M1-chip ontvingen, die de Intel-processors van die tijd drastisch overtrof in termen van prestaties en energieverbruik. Het is dus geen wonder dat andere technologiegiganten van een soortgelijk scenario houden. Volgens de laatste informatie van Nikkei Asia Google bereidt zich ook voor op een soortgelijke stap.

Google is begonnen met het ontwikkelen van zijn eigen ARM-chips

Apple Silicon-chips zijn gebaseerd op de ARM-architectuur, die nogal wat interessante prestaties biedt. Dit zijn vooral de reeds genoemde hogere prestaties en het lagere energieverbruik. Hetzelfde zou bij Google het geval moeten zijn. Momenteel ontwikkelt hij zijn eigen chips, die vervolgens in Chromebooks zullen worden gebruikt. Het interessante is in ieder geval dat deze gigant vorige maand zijn nieuwste Pixel 6-smartphones presenteerde, in de ingewanden waarvan ook de Tensor ARM-chip uit de werkplaats van dit bedrijf verslaat.

Google Chromebook

Volgens de tot nu toe beschikbare informatie uit de genoemde bron is Google van plan om ergens rond 2023 de eerste chips in zijn Chromebooks te introduceren. Deze Chromebooks omvatten laptops en tablets met het Chrome OS-besturingssysteem en je kunt ze kopen bij fabrikanten zoals Google, Samsung, Lenovo, Dell, HP, Acer en ASUS. Het is uiteraard duidelijk dat Google zich in dit opzicht heeft laten inspireren door het bedrijf Apple en op zijn minst vergelijkbare succesvolle resultaten wil bereiken.

Tegelijkertijd rijst de vraag of Chromebooks zullen kunnen profiteren van de mogelijkheden die ARM-chips hen zullen bieden. Deze apparaten worden relatief ernstig beperkt door hun besturingssysteem, wat veel mensen ervan weerhoudt ze te kopen. Aan de andere kant is vooruitgaan nooit slecht. De apparaten zouden op zijn minst aanzienlijk stabieler werken en bovendien kunnen bogen op een langere batterijduur, wat gewaardeerd zal worden door hun doelgroep, dat wil zeggen niet veeleisende gebruikers.

Hoe zit het met Apple Silicon?

De huidige situatie roept ook de vraag op hoe het zit met Apple Silicon-chips. Het is bijna een jaar geleden sinds de introductie van het eerste trio modellen uitgerust met de M1-chip. Dit zijn namelijk Mac mini, MacBook Air en 13″ MacBook Pro. In april onderging de 24″ iMac ook dezelfde transitie. Het kwam in nieuwe kleuren, een slanker en dunner lichaam en met aanzienlijk hogere prestaties. Maar wanneer komt de volgende generatie Apple Silicon?

Denk aan de introductie van de M1-chip (WWDC20):

Er wordt al langere tijd gesproken over de komst van een herziene 14″ en 16″ MacBook Pro, die over een aanzienlijk krachtigere Apple-chip zou moeten beschikken. Het is op dit punt dat Apple moet aantonen waartoe Apple Silicon feitelijk in staat is. Tot nu toe hebben we de integratie van de M1 gezien in zogenaamde entry/basic Macs, die bedoeld zijn voor gewone gebruikers die op internet surfen en kantoorwerk doen. Maar de 16″ MacBook is een toestel in een heel andere categorie, gericht op professionals. Dit blijkt immers ook uit de aanwezigheid van een dedicated grafische kaart (in de momenteel verkrijgbare modellen) en aanzienlijk hogere prestaties vergeleken met bijvoorbeeld de 13″ MacBook Pro (2020) met Intel.

Het is dus vrij duidelijk dat we de komende maanden de introductie van in ieder geval deze twee Apple-laptops zullen zien, wat de prestaties naar een geheel nieuw niveau zou moeten tillen. Het meest voorkomende gesprek gaat over een chip met een 10-core CPU, waarbij 8 cores krachtig en 2 zuinig zijn, en een 16 of 32-core GPU. Al bij de presentatie van Apple Silicon zei de Cupertino-gigant dat de volledige transitie van Intel naar een eigen oplossing twee jaar zou moeten duren. De verwachting is dat de professionele Mac Pro met Apple-chip die transitie zal afsluiten, iets waar tech-fans reikhalzend naar uitkijken.

.